Actueel
Op deze pagina treft u alle nieuwsberichten, publicaties, video's e.d.
Jouw gekozen filters:
Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.
Prediker 12: slotsom
Alle goede gave, en alle volmaakte gift is van boven, van de Vader der lichten afkomende, bij Wie geen verandering is, of schaduw van omkering.
Jakobus 1 vers 17
De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, allen, die ze doen, hebben goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Psalm 111 vers 10
Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken; en zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag.
Psalm 37 vers 5 en 6
Maar de vrucht des Geestes is liefde: blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Galaten 5 vers 22
De rechtvaardigheid van de belastingtarieven interesseert God evenzeer, zo niet meer, als de aanhankelijkheid van een bevindelijke ziel.
A. A. van Ruler
Een land waar allen vrij zijn om alles te doen, verliest de echte vrijheid.
O. Noordmans
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natiën.
Spreuken 14 vers 34
De hele geschiedenis is onbegrijpelijk zonder Christus.
Ernest Renan
Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.
Psalm 125 vers 1 en 2
Wijsheid is beter dan kracht.
Prediker 9 vers 16
De geloofsuitspraak dat God de Schepper is van hemel en aarde is een motie van vertrouwen.
A. van de Beukel
Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.
2 Petrus 3 vers 13
Democratie is de slechtste regeringsvorm op al die andere vormen na die van tijd tot tijd zijn uitgeprobeerd.
Winston Churchill
Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.
Johannes 8 vers 36