8 mei 2019

Regionale Energie Strategie; Raadsbijdrage SGP

Op de raadsvergadering van 7 mei is gesproken over de Regionale Energie Strategie, het uitvoeringsplan van de energietransitie. Hieronder de bijdrage van de SGP, uitgesproken door Jan Slager

Het is maandag 9 mei 2050. De meivakantie is net voorbij en juf Ingrid heeft gepensioneerd meester Henk uitgenodigd om de schooljeugd het een en ander te vertellen over de ontwikkelingen van de afgelopen 30 jaar. Meester Henk merkt de stijgende verbazing bij de jeugd, als hij vertelt dat er 30 jaar geleden slechts enkele windmolens in Staphorst stonden. Gelukkig bevat Google Maps een functie om de windmolens weg te poetsen, zodat de leerlingen zich een beeld kunnen vormen van Staphorst 30 jaar geleden.
Is dit verhaaltje werkelijkheid? Of zal het zo’n vaart niet lopen? Het is een vraag, die ongemerkt naar boven komt nu we bezig zijn met de Regionale Energie Strategie. Wat zijn de consequenties van beslissingen die nu genomen worden? Dat we niet eindeloos kunnen doorgaan met het halen van energie uit fossiele brandstoffen, is duidelijk. Dat we moeten gaan zoeken naar alternatieven is ook helder. Maar overzien we op dit moment wat de consequenties zijn van de keuzes die we maken? In ieder geval roept de voorliggende startnotitie bij ons een heel aantal vragen op.


Aan het college zijn verschillende vragen gesteld. Hieronder zijn deze samengevat:
1. Er wordt geëist dat er in 2030 op land 35 TWh aan energie wordt opgewekt met windmolens en/of zonneparken. Een schatting voor Staphorst komt uit op 14 windmolens of 90 ha zonnepark. Zijn we ons voldoende bewust van de impact die dit heeft?
2. Hoe voorkomen we dat er een energiekloof ontstaat? Rijke mensen kunnen investeren en maatregelen nemen om ook in de toekomst in hun energiebehoefte te voorzien. Arme mensen hebben deze mogelijkheden niet. Ook andere manieren van verwarmen (met lage temperaturen) vereisen fikse investering in huizen.
3. Grote steden hebben niet genoeg ruimte om al hun energie op te wekken. Hoe voorkomen we dat de problemen van de grote steden afgewenteld worden op het platteland?