21 april 2016

Maatwerk Geurbeleid behouden voor Staphorst

Maatwerk Geurbeleid behouden voor Staphorst

In de raadsvergadering van 19 april jl. is wederom gesproken over het geurbeleid. De aangenomen motie heeft effect, er worden oplossingen gevonden. Hoe gaan we nu verder? Hieronder leest u de bijdrage van Lucas Mulder, namens de SGP-fractie.

 Bij de vorige behandeling 8 maart jl. is onze motie “Geurbeleid” aangenomen en is ook meer tijd genomen voor de verdere voorbereiding. We hebben externe adviezen ingewonnen en de bestaande dossiers goed kunnen doornemen.

En dan groeit het respect voor de gedegen onderbouwing van ons huidige geurbeleid. De politici van destijds zijn niet over één nacht ijs gegaan. Spanning met de Wet geurhinder Veehouderij was toen al volkomen duidelijk, echter de ruimtelijke belangen, de woningsplitsing van karakteristieke en monumentale panden waren en zijn van groot belang. En terecht. Vanavond willen we in drie stappen ons geurbeleid belichten.

Allereerst het huidige beleid. Vervolgens, waar staan we nu? En tenslotte, wat willen we bereiken?

Huidige beleid

Het unieke Staphorster geurbeleid is maatwerk, het heeft jaren goed gewerkt voor de transitie van agrarisch naar wonen.
Het is goed onderbouwd, heel bewust is woningsplitsing binnen de 50 m grens mogelijk gemaakt.

Dat blijkt uit de volgende besluiten.

· 13 nov.2008: besluit college macrobenadering. Hierin staat: Geen extra belemmering bestaande agrarische bedrijven, wel ruimte voor mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Kanttekening: Er wordt voorbijgegaan aan “de letter” van de wet. Dit zien we niet terug in het huidige voorstel ,waarom niet?

· 25 nov. 2008: besluit college splitsen karakteristieke en monumentale panden binnen een geurcirkel van 50m. Hierin staat: Kanttekening: Er is geen wettelijke basis. Er is wel een goede ruimtelijke visie, uitgewerkt met aandacht voor leefklimaat [Oranjewoud].

· Uitgewerkte kaarten met cirkels voor de Streek en Buitengebied (50 en 25 m). Veel onderbouwing van noodzaak en een verantwoorde afwijking van de WgV.

Waar staan we nu?

Het voorstel van het college om nu het geurbeleid aan te passen volgen we niet geheel. De RvS heeft twijfel uitgesproken, niet ons beleid buiten werking gesteld.

Nu we de degelijke onderbouwing gezien hebben van ons geurbeleid hebben we vertrouwen in de houdbaarheid.

Wel zal een interim beleidsmaatregel nodig zijn. Daarin zal dan het aantonen van een goed woon- en leefklimaat binnen de 50 meter gestalte moeten krijgen. Dat moeten we als gemeente oppakken en niet als bewijslast bij de aanvragers neerleggen. We begrijpen dat dat ook de bedoeling is van het college. Ook kan onderzocht worden of cirkels van niet actieve vergunningen anders beoordeeld kunnen worden.

Wat willen we bereiken?

Maatwerk blijven leveren, de boerderijsplitsing moet doorgaan op een verantwoorde manier. Bescherming van huidige agrarische bedrijven en wonen in boerderijen combineren, dat is ook de doelstelling van het huidige beleid. Hoe houden we dat in stand?

Ons inziens zal de raad een besluit moeten nemen met de volgende strekking:

· Interim beleidsmaatregel 2016, onderbouwen goed woon- en leefklimaat binnen 50 m. Zo mogelijk ook beperken van geurcirkels door niet-actieve vergunningen als niet belastend voor het leefklimaat te beoordelen.

· Besluiten dat we in 2016 een pilot opstarten via het platform van de Provincie “van Wro naar Omgevingswet”. Stoppen met de huisadvocaat in Zwolle en op naar het provinciehuis in Zwolle. Wellicht kunnen we hiermee ook onze code-oranje RO verbeteren.

· Doelstelling opnemen; Nieuw geurbeleid vaststellen in 2018 onder regime nieuwe Omgevingswet, de WgV gaat namelijk verdwijnen.

De nieuwe Omgevingswet is de kans voor nieuw maatwerk in ons Geurbeleid en de ruimtelijke ontwikkeling van de Streek.

In deze wet worden de “Wet ammoniak en veehouderij” en de “Wet geurhinder en veehouderij” opgenomen. Deze worden volledig ingetrokken omdat de verantwoordelijkheid voor dit beleid verschuift naar provincies en gemeenten. Dat past dus prima.

We wijzen ook graag op de brief van de VNG d.d. 17 december 2015 (preconsultatie AMVB’s nieuwe Omgevingswet).

Enkele citaten die passen bij onze doelstellingen: 

De Omgevingswet biedt voor gemeenten kansen om knelpunten uit de uitvoeringspraktijk op te lossen. Deze kansen komen naar voren in de vier AMvB’s onder de wet want hierin worden belangrijke nadere keuzes gemaakt.
Wij vinden het positief dat in de AMvB’s en nota’s van toelichting veel aandacht is besteed aan de bevoegdheidsverdeling. Ook zien wij in alle vier de AMvB’s het uitgangspunt ‘decentraal tenzij’ terug. De bestuurlijke afwegingsruimte wordt volgens drie lijnen uitgewerkt in de AMvB’s: meer ruimte in instructieregels en mogelijkheden voor gebiedsgericht-en specifiek maatwerk.

De verandering aan de Streek zal doorgaan, minder boerderijen, meer woningen. Het is ook van groot belang voor de huisvesting en het voorkomen van verpaupering, want verpaupering tast ook een goed woon- en leefklimaat aan. 

De vergunningwinkel moet open blijven, aanhouden van aanvragen kan niet aan de orde zijn. De stelling in de oplegnotitie “weigeren, mits” klopt niet.
Aanhouden kan alleen wanneer een situatie is opgetreden zoals benoemd in artikel 3.3 van de Wabo. Dan gaat het over voorbereidingsbesluiten, of bestemmingsplannen die een rol spelen, dat is hier ook niet het geval. Deelt het college deze stelling?
Hoe gaat het nu werkelijk met de afhandeling van de lopende aanvragen? We krijgen signalen van een aanvrager dat contacten moeizaam tot stand komen.
Antwoord college: we zullen “full service” aanvragers helpen, ook principeverzoeken.

Voorzitter, er zijn nog veel vragen, er wordt wederom nieuwe informatie aangekondigd, zoals “hoe doen andere gemeente dit?”. 

We adviseren ieder om de bestaande dossiers met rapporten en de genoemde brief van de VNG over de kansen van de Omgevingswet goed door te nemen. Er is al veel uitgewerkt en diepgaand onderzocht, laten we daar gebruik van maken.
Graag horen we van de andere fracties en het college wat ze vinden van onze insteek, de winkel open houden, een interim beleidsmaatregel medio 2016 en nieuw Geurbeleid in 2017, als pilot binnen de kaders van de nieuwe Omgevingswet. Uiteraard, en vooral samen met de provincie Overijssel.