12 maart 2020
Bewegen en sport
Een van de doelstellingen uit het coalitieakkoord voor de huidige raadsperiode is het actualiseren van de visie op bewegen en sport. Tijdens de raadsvergadering van 3 maart 2020 is deze notitie besproken. Hieronder de bijdrage van J. Slager namens de SGP-fractie:
‘Vanavond gaat het over de visie van onze gemeente op bewegen en sporten. Een ambitie uit het coalitie-akkoord wordt hiermee waargemaakt.
Als SGP-fractie is voor het formuleren van een visie het belangrijkste wat de bijbel over een bepaald onderwerp zegt. In mijn bijdrage wil ik twee lijnen trekken en ook aangeven hoe wij vanuit de bijbelse lijnen tegen het visiedocument aankijken.
De eerste lijn is de opdracht om goed voor het lichaam te zorgen. Ons lichaam is geschapen door God. De bouw van het menselijk lichaam laat zien dat het gemaakt is om arbeid te verrichten en in beweging te zijn. Na de zondeval komt deze arbeid en beweging in een ander daglicht te staan: vanaf dat moment doen vermoeidheid, ziekte en handicap hun intrede in de wereld. Echter, de bijbel laat duidelijk zien dat ook na de zondeval we goed moeten zorgen voor ons lichaam. De Heere Jezus zelf genas lichamelijk en psychisch zieken. Het zesde gebod van Gods wet gaat over de bescherming van het lichaam, zowel van onszelf als van de ander. De wijze Salomo roept op om het kwade weg te doen van het vlees, ofwel zaken te vermijden die schadelijk kunnen zijn voor het lichaam.
Als we deze bijbelse lijn naast ons visiedocument houden, dan zijn we als fractie tevreden. We zijn blij met het feit dat uit onderzoeken blijkt dat bijvoorbeeld met name de jonge jeugd veel buiten speelt. We herkennen de ontwikkeling dat bewegen en sport steeds meer als middel dan als doel wordt ingezet. Dat is positief en moet alleen maar gestimuleerd worden. Eeuwenlang kreeg de mens als vanzelf voldoende beweging omdat de arbeid van zowel mannen als vrouwen fysiek zwaar was. Vanaf de industriele revolutie is dat steeds minder geworden en anno 2020 is het noodzakelijk om zelf voor de benodigde beweging te zorgen. Het document is ook helder over de koppeling met het gezondheidsbeleid. Verschillende onderzoeken hebben voldoende aangetoond dat genoeg beweging essentieel is voor een goede gezondheid, overgewicht tegengaat en zorgt voor een betere weerstand. Wij zijn dus tevreden als het gaat over deze bijbelse lijn.
Anderzijds is het de vraag hoe ver wij als mensen gaan in het bezig zijn met ons lichaam. Onze samenleving is doordrenkt van aandacht voor het lichaam. Als we dan in de bijbel lezen, valt het op dat de apostel Paulus in zijn brieven voorbeelden uit de sport gebruikt om zaken uit te leggen. Bekend is 1 Korinthe 9, waar Paulus schrijft: ‘Weet gijlieden niet dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een de prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen’. Paulus roept mensen op om te leven als een sporter: zoals een sporter alles op alles zet om de eerste te worden en een prijs te ontvangen, zo moet een mens er alles aan doen om de hemelse heerlijkheid te verkrijgen. Of anders gezegd: zorg voor je ziel zoals een sporter voor zijn lichaam zorgt.
Dat de zorg voor de ziel belangrijker is dan de zorg voor het lichaam, blijkt ook uit een andere tekst van Paulus. In een brief aan Timotheus schrijft hij dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is (andere vertaling: enig nut heeft). Paulus zegt dus niet dat lichamelijke oefening verkeerd is of geen nut heeft, maar dat we lichamelijke beweging in het juiste perspectief moeten zien.
Als we het visiedocument naast deze bijbelse lijn leggen, dan zijn we niet alleen maar positief. Het document benadrukt goede zaken als het stimuleren van motoriek bij kinderen en jongeren en de sociale contacten die sporten met zich meebrengt. Alleen zien we ook dat presteren op hoog niveau gestimuleerd moet worden door huldigingen. Als fractie hebben we hier moeite mee. Het is niet de taak van de overheid om topsport te stimuleren. Zeker niet als we bedenken welke negatieve bij-effecten er zijn: wangedrag van supporters, grof taalgebruik, mensverheerlijking, idiote transfers en grotere kans op blessures, die de nagestreefde gezondheidswinst weer teniet doen. En dan hebben we het nog niet gehad over de massa’s mensen die topsport volgen via de televisie, zittend of hangend op een bank met een zak chips in de hand. Hoezo stimuleren tot gezond gedrag?
Samenvattend: het is de taak van de overheid om mensen te stimuleren om te bewegen en zo fit te blijven. Alleen laten we dat op een manier doen, die zoveel mogelijk mensen op een laagdrempelige manier de kans geeft om te bewegen en niet door dure faciliteiten voor kleine groepen mensen.’